Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Disco > Boek 1

Hoofdstuk 11, tekst A (versie 2)

Dido was erg verdrietig, nadat de Trojanen met de schepen de kust hadden verlaten.
's Nachts kon ze niet slapen, overdag zwierf ze door de stad en verwaarloosde haar taken.
Tenslotte, omdat niets woede en verdriet kon bedaren, wilde Dido sterven.
Stiekem heeft ze onder de hemel een brandstapel opgericht .
Daar heeft ze kledingstukken, een zwaard, een portret van Aeneas en het bed waarop ze vele nachten hebben geslapen geplaatst.
Nadat ze op de brandstapel was geklommen, is ze in het bed gaan liggen en heeft gezegd:
'O goden (van de Onderwereld), ontvang nu deze ziel!
Ik heb geleefd en en de loop van mijn leven voltooid,
ik heb mijn stad en de stadsmuren van mijn stad gezien.
Ik ben gelukkig geweest, totdat de Trojanen met hun schepen op de kust van Afrika geland zijn.
Ik ben verliefd geworden op de leider van de Trojanen, maar die man is weggevlucht met zijn schepen en heeft mij verlaten
Onbetrouwbare, Jij zult mij niet bedriegen zonder straf! Ik zweer bij de sterren:
Mijn woede zal jou altijd volgen, waarheen je ook gaat.
In Italië zullen jou, je zoon en nakomelingen veel oorlogen te wachten staan.
Nadat ze met deze woorden Aeneas had vervloekt, doorboorde zij haar borst met een zwaard. Zo heeft Dido haar leven beëindigd.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.340

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18