Lingua Latina > Boek 1
Hoofdstuk 8, Tekstblok, Na het vertalen
1. Dat Marcus geluk heeft omdat de leraar niet door heeft dat Marcus te laat komt.2. Een filosoof die boeken schrijft
3. Dat de leraar geboeid is door het boek, wat te zien zou zijn aan zijn gezichtsuitdrukking.
4. Dat de leerlingen discussiƫren, terwijl de meester zit te lezwen.
5. Marcus heeft het over "jullie" Alexander.
Titus bestrijdt dit echter omdat het niet "hun" Alexander is.
6. Dat de jongens het hebben over "hun" Alexander, terwijl het niet hun Alexander is.
7. In regel 1: "Cave iram Diodoti!"
8. Dat is Alexander de Grote, koning van de Macedoniƫrs
9. Monsters in de oceaan
10. Serieus
11. (Eigen antwoorden)