Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Vivat Roma > Boek 2

Hoofdstuk 22, tekst C

Porsinna bracht, nadat hij de gijzelaars van de Romeinen had ontvangen, het leger uit Rome en plaatste een legerkamp niet ver van de oever van de Tiber. Een van de gijzelaars was een maagd, die Cloelia heette. Cloelia was niet slechts de mooiste, maar ook de verstandigste van de maagden. Ze misleidde de wachters en zwom te midden van de wapens van de vijanden de Tiber over, een groep maagden met zich meevoerend. Zo bracht ze alle maagden ongedeerd terug naar huis. Zodra dit was bericht, zond de in toorn ontstoken Porsinna gezanten naar Rome, die moesten zeggen: 'Koning Porsinna wil dat de Romeinen de gegijzelde Cloelia meteen terugsturen' Maar de Romeinen wilden haar eerst niet terug geven. Vervolgens, gedwongen door het verdrag gaven ze haar terug. Bij de koning was Cloelia niet alleen veilig, maar zelfs geƫerd. Porsinna stond haar zelfs na spoedige tijd toe dat ze naar Rome terug ging met dat deel van de gegijzelden, dat zij zelf zou uitkiezen. Toen koos Cloelia uit de gegijzelden kleine jongens, omdat die leeftijd vooral kwetsbaar en niet bestand tegen onrecht was. Omdat nooit enige vrouw moediger dan Cloelia was geweest, vereerden de Romeinen de ongewone dapperheid met ongewone eer: een standbeeld van Cloelia zittend op een paard.