Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Lingua Latina > Boek 3

Hoofdstuk 36, toetsblok

Toen twee bepaalde vrienden op een keer naar Megara waren gekomen, ging de een naar de herbergier, de ander ging naar het huis van een gastheer. Maar 's nachts bad de ander in een droom hem, die bij de gastheer was, opdat hij hem zou helpen, omdat de herbergier van plan was hem te zullen doden. Hij die toen niet wist, wat hij zou / moest doen, ging hij weer liggen. Vervolgens verscheen aan de slapende dezelfde en hij zei dat hij gedood en op de wagen gegooid en met mest bedekt was. De dag erna was de ongeruste vriend aanwezig aan de poort van de stad: hij vroeg (uit) de naderende ossendrijver, wat er in de wagen was. hevig geschrokken is hij gevlucht, zijn vriend werd dood aangetroffen en de herbergier werd gestraft voor de onthulde zaak.