Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Lingua Latina > Boek 3

Teksblok 39

Tekstblok 39

1 De Germanen wedijveren de landbouw nauwelijks, het grootste leed dat zij winnen bestaat uit melk, kaas en vlees. En iemand heeft vastgesteld dat een eigen gebied, die naar de magistraat der edelen genoemd is en deze geven na ieder jaar aan dat de volken/mensen 5 akkers om te bebouwen en dwingen hen na een jaar ergens anders heen te gaan. Ze geven vele redenen om deze zaak: Het streven om oorlog te voeren wordt verminderd, ze streven er niet naar om een breed gebied te verwerven, de sterkeren verdrijven de zwakkeren van hun akkers,
10 opdat ze huizen zorgvuldig bouwen om de kou en hitte te overleven, dat het verlangen naar geld niet opkomt, zodat ieder ziet dat zijn gebouwen met de sterksten evenaren. De lof voor de burgerrechten is zeer groot, als zij vanwege de verwoeste gronden breed eenzaamheid om zich heen hebben.
15 Zo menen zij in de toekomst veiliger te zijn. De strooptochten zijn aan niemand ten schande, die buiten de grond van de staat worden gehouden, ze beweren dat ze worden gehouden om de jeugd te oefenen en om de luiheid te verminderen. En wanneer iemand van de edelen zegt dat hij de leider om oorlog te voeren moet zijn, hen die verlangen om eer en buit voor zich te verkrijgen,
20 zij beloven zijn hulp en worden ook geprezen door de menigte. Maar zij die liever thuis willen wachten, worden benadeeld en veroordeeld. Ze menen dat een gast mishandelen een zonde is; iemand die om welke reden dan ook komt, beschermen ze tegen onrecht, houden ze heilig en de huizen van allen staan open en het voedsel wordt gedeeld.