Atrium
Tekst 2.4: Lucius wil de wereld zien
Er woonde eens in Campanië een jongeman die Lucius heette. Zijn vader was een edel man en hij overtrof alle buren in rijkdom. Hij bezat immers een mooi landgoed, wijde velden en zeer veel paarden en slaven. Hij gaf rijkelijke feestmalen die alle gasten zeer veel bevielen. Hij had immers een uitstekende kok die altijd nieuwe gerechten uitdacht. Bovendien werden vaak handelaars en reizigers door de vader van Lucius gastvrij ontvangen, die tijdens het feestmaal over hun avonturen vertelden.Ook Lucius luisterde altijd naar de verhalen van de handelaars en reizigers en deze noteerde hij nadien met veel zorg in een boekje. Hij verlangde immers ook zelf grote reizen te maken en vreemde landen en steden te bezichtigen. Maar omdat hij roekeloos was en zich dikwijls onvoorzichtig gedroeg, mocht hij dit van zijn ouders niet voor het einde van het twintigste jaar. En zo wachtte Lucius met een ongeduldig hart op die verjaardag en intussen maakte hij alles klaar.
Dag na dag oefende hij zijn lichaam en ging paardrijden door de bossen en velden. Hij ging ook dikwijls bij zijn oude leraar en hij vroeg hem veel over volkeren en steden. Maar ’s nachts las hij in zijn boekje steeds weer opnieuw de avonturen van de gasten, totdat hij uiteindelijk in slaap viel.