Hoofdstuk 25 - taaloefening

1.zodat ik instortte
2. hij was ingestord
3.jij wordt geschokt
4. nadat het gedragen was
5.geschokt worden
6. wij zijn gebracht tot.
7.toen het leger ingesloten werd
8. totdat zij afgemaakt waren
9.wij werden afgesloten
10. terwijl de vader huilt.
11.wij worden afgesloten
12. toen zij was gedood
13.besloten zijn
14 hij stichtte
15.toen Caesar gedood was
16. jij bent ingesloten
18 nadat de woorden overgeleverd waren.
20. toen jullie vernietigd hadden.
22 jij huilde
24 terwijl ze vervoeren
26 jullie rijden
28 zij waren aangeraakt
30 nadat de stad gesticht was
32 ik word uitgeleverd