Fortuna > Boek 2 nieuwe druk
Hoofdstuk 23, tekst C (versie 2)
1 Er was een arts, bekend door zijn vaardigheid, met de naam Charicles, die Tiberiussoms adviezen verschafte over zijn gezondheid. Hij gaat/ging van een of ander
diner, waarbij Tiberius ook aanwezig was, weg en, zogenaamd
uit beleefdheid, pakt/pakte hij de hand van Tiberius vast en voelde de polsslag.
5 En niet ontging hij/het de keizer: want Tiberius –het was onzeker of
hij beledigd zijn woede onderdrukte- beval het diner opnieuw te beginnen. Hij liet het diner
lang duren, als het ware ter ere van een vriend die wegging. Toch vreesde Charicles,
dat de oude man binnen twee dagen zou sterven, en zo zei hij (dat) aan de prefect
Macro. Op 16 maart geloofden zij dat hij gestorven was.
10 En Gaius Caesar is al gereed om de macht te pakken/over te nemen, wanneer/toen plotseling
iemand bericht/berichtte dat aan Tiberius zijn stem en gezichtsvermogen
terugkeren/terugkeerden. Paniek maakt/maakte zich meester van ieder en ieder doet/deed alsof hij bedroefd of zich van geen kwaad bewust is/was.
Macro beveelt/beval onverstoorbaar dat de oude man neergedrukt werd onder een
stapel van veel kleren en dat er weggegaan werd uit de slaapkamer. Zo eindigde Tiberius zijn leven in het acht 15 en zeventigste jaar (van zijn leven).
Door zijn dood was het volk zo blij, dat ze, terwijl ze op het eerste bericht uiteenrenden, schreeuwden: ‘Tiberius de Tiber in’. Anderen smeekten Moeder Aarde en de zielen der doden, dat zij aan de gestorven Tiberius geen enkele woonplaats gaven behalve tussen de goddelozen.