Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Disco > Boek 2

Hoofdstuk 26, tekst B (versie 2)

Onlangs heb ik vernomen dat mijn dochter Julia 's nachts door de stad zwerft en openlijk op het forum, op het podium, op elke plaats de hoer uithangt en dat jullie, de meest adellijke van de Romeinen, erbij betrokken zijn. Daarom heb ik jullie hier bijeengeroepen, om jullie zelf te vragen of dat waar is of niet. Terwijl hij langs ging vroeg hij hen stuk voor stuk hetzelfde, of ze met zijn dochter hadden geslapen. De een antwoordde "ik heb met haar geslapen", een ander "slechts eenmaal", weer een ander "kort", nog een ander "ik wilde het zelf niet, maar zij dwong me". Augustus werd toen hij dit hoorde bozer en bozer (lett: meer en meer boos), totdat hij woedend uitriep: Is er één man in Rome die niet met mijn dochter heeft geslapen? Hij was getroffen door zeer groot verdriet, zodat hij zich in zijn slaapkamer terugtrok, waar hij vier dagen lang rouwde: Noch nam hij voedsel, noch dronk hij wijn, noch sliep hij. Terwijl hij zijn slaapkamer verliet zei hij alleen: Laat haar verbannen worden en laat mij niet gezegd worden, waarheen. Huilend en smekend probeerde Julia tevergeefs de woede van haar vader te verzachten. Ze is verbannen naar een zeer klein eiland, waar zij alleen, zonder luxe, zonder vrienden, slechts vergezeld door haar moeder, de rest van haar leven heeft geleid.