Unit 10, tekst 3: Een feestmaal met show

De dienaars kwamen binnen en plaatsten tapijten voor de aanligbedden, waarop netten waren afgebeeld, en opjagers met jachtsprieten en de gehele jachtuitrusting. De tafelgenoten wisten nog niet wat er ging gebeuren toen buiten het triclinium een reusachtig lawaai aanheven werd. En kijk, Spartaanse jachthonden begonnen rond de tafel te lopen.
Een diensttafel volgde hen, waarop een everzwijn was geplaatst van eerste grootte, uit wiens tanden twee mandjes naar beneden hingen, gevlochten uit palmbladeren, het ene gevuld met dadels uit Syrië, het andere met dadels uit Egypte. Daar rond echter waren kleinere zwijntjes, gemaakt uit hard deeg en dat waren geschenken die de gasten naar huis mochten meenemen.
Om het zwijn in stukken te snijden kwam een reusachtige man met baard naderbij, omwonden met windsels aan de benen en uitgedost met een bonten mantel en met getrokken jachtmes doorboorde hij de flank van het zwijn, uit wiens wonde lijsters naar buiten vlogen. Vogelvangers waren klaar met lijmstokken en in een oogwenk vingen ze hen, die rond het triclinium rondfladderden.
Vervolgend kwamen slaven naar de mandjes, die aan de tanden hingen, en ze verdeelden de Egyptische en Syrische dadels evenredig onder de gasten.