Hoofstuk 22, Startblok (versie 3)

D: (Staat tussen veel mensen en huilt)
C: Wat is er Delia? waarom huil je? Waarom ben jij naar de tempel van Fortuna gekomen?
D: Wat zeg je Cloe?
C: Ik wil weten waarom jij hier staat en huilt. Zeg mij wat er is.
D: Laat ik jou de oorzaak zeggen waarom ik juist naar deze tempel ben gekomen, waarom ik huil. Ik ben zojuist gevlucht voor de woede van de meesteres, die alle slavinnen sloeg. Maar nu vrees ik dat ik gevangen genomen wordt en ook wordt afgekeurd, bestraft en geslagen.
C: Vraag de meester, dat hij je helpt. hij zou je ongetwijfelt vergeving schenken omdat de zeden van zijn vrouw ook niet bevallen aan hem zelf.