Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Lego

Hoofdstuk 14, tekst 17: Hoe behandel je slaven?

Seneca begroet zijn Lucilius. Tot mijn genoegen hoor ik van degene die van jou vandaan komen, dat jij huiselijk met jou slaven leeft: dit past bij jou verstand en jou ontwikkeling. “het zijn maar slaven”. Nee integendeel mensen. “het zijn maar slaven”. Nee huisgenoten. “het zijn maar slaven”. Nee zelfs vrienden van eenvoudige komaf. “het zijn maar slaven”. Nee, integendeel medeslaven, als jij bedenkt dat aan het noodlot evenveel is toegestaan tegenover beide groepen.

Slaven zijn ook mensen:
Wil jij wel bedenken dat diegene die jij jou slaaf noemt uit hetzelfde zaad is ontstaan, van dezelfde hemel geniet, op gelijke wijze adem haalt, op gelijke wijze leeft en op gelijke wijze sterft! Zo kan jij hem net zo goed zien als vrijgeborene, als hij jou als slaaf. Door de nederlaag van Varus heeft het lot velen van fantastische afkomst, die door middel van de krijgsdienst uitzicht hadden op de rang van senator, neergedrukt: Hij heeft van de ene een herder, de ander een bewaker van een huisje gemaakt. Minacht nu dan maar een mens met dit lot, waarin jij (ook jij!) kunt overgaan terwijl je hem nog minacht?

Behandel een slaaf zoals jij behandeld zou willen worden:
Ik wil mij niet begeven in een enorm onderwerp, en een uiteenzetting geven over de behandeling van slaven, tegenover wie wij zeer arrogant, zeer wreed en zeer beledigend zijn. Dit is echter de kern van mijn voorschrift: Je moet zo met een lager geplaatste leven, als je zou willen dat een hoger geplaatste leeft met jou. Zo vaak als het in jou in gedachten komt, hoeveel aan jou is toegestaan tegenover jou slaaf, laat het jou dan voor de geest komen dat jou meester evenveel is toegestaan tegenover jou. Maar ik, zeg jij, ik heb geen meester. Je bent nog in de bloei van je leven: misschien zul je er nog wel eens een hebben. Weet jij niet op welke leeftijd Hecuba begonnen is slaaf te zijn, op welke leeftijd Croeses, op welke leeftijd de moeder van Darius, op welke leeftijd Plato, op welke leeftijd Diogenes? Leef mild met je slaaf, ook vriendelijk, en laat hem toe in het gesprek en in je overleg en in je omgang. Op dit punt zal de hele bende decadente figuren mij toeschreeuwen: niets is vernederender dan dit, niet schandelijker. Deze zelfde mensen zal ik erop betrappen dat ze de hand van andermans slaven kussen.(...)

Het gaat om het karakter, niet om de positie:
Er is geen reden, mijn Lucilius, om een vriend slechts op het forum en in de senaat te zoeken: als jij zorgvuldig opgelet zal hebben, zal je hem ook thuis vinden. Vaak blijft goed materiaal ongebruikt zonder bewerker: probeer het en je zult het ervaren. Zoals hij dwaas is, die als hij een paard gaat kopen en het paard niet zelf inspecteert, maar het kleed van hem en teugels, zo is hij het allerstomst, die een mens beoordeelt op grond van zijn kleding of zijn positie die bij wijze van kledingstuk om ons heen is gelegd. “Hij is maar een slaaf”. Maar misschien vrij van geest. “Hij is maar een slaaf”. Zal dit hem schaden? Laat zien wie het niet is: De een is slaaf van zijn lust, de ander van zijn hebzucht, weer een ander van zijn ambitie, allen van hun hoop, allen van hun vrees. Ik zal als voorbeeld een oud-consul geven die slaaf is van een oud vrouwtje, ik zal als voorbeeld een rijke geven, die slaaf is van een slavinnetje, ik zal zeer edele jongemannen laten zien, die slaven zijn van balletdansers: geen enkele slavernij is schandelijker dan een vrijwillige.
Daarom is er geen reden dat die kieskeurigen jou er vanaf houden, jou vrolijk te gedragen tegenover jou slaven en niet op een arrogante manier superieur: Laten zij jou liever respecteren dan dat ze je vrezen.