Roma > Boek 2
Hoofdstuk 27, taaloefeningen (DH)
11 Hannibal en Scipio komen samen. congrediuntur (D)
2 ’s Nachts zijn ze samengekomen. congressi sunt (D)
3 Door de mannen wordt wijn gedronken.
4 De mannen genoten van de wijn. fruebantur (D)
5 Toen is er over vrede onderhandeld.
6 Hannibal zei: ‘Laten we er naar streven vrede te sluiten’. Nitamur (D)
7 Scipio antwoordde echter: ‘Er wordt niet over vrede onderhandeld!’
* Een deponens heeft een passieve vorm, maar een actieve betekenis.
2
r. 1 congressi sunt perf., 3e pers. mv, indic.
r. 2 allocutus est perf., 3e pers. ev, indic.
r. 10 reversus sum perf., 1e pers. ev, indic.
r. 10-11profectus eram plq. perf., 1e pers. ev, indic.
r. 12 frueris praes., 2e pers. ev, indic.
r. 14 sequi praes., infin.
r. 16 tuebor fut., 1e pers. ev, indic.
3
congressus sum– ik ben samengekomen
ingressus sum– ik ben binnengekomen
profectus sum– ik ben vertrokken
*Bij deze werkwoorden is geen object als aanvulling mogelijk.
4
ik smeek (C) – zij smeekten (C) – zij hadden gesmeekt – hij heeft geprobeerd – jullie proberen –
jij probeert – zij beschermden – zij zullen beschermen – hij geniet van – jij genoot van (C) –
genieten van – te hebben genoten van
5
samenkomen – ik heb gegeven – opgevoed worden – proberen – gevoeld worden – ik heb geleerd – terugkeren – losgemaakt worden / ik heb losgemaakt – ik heb achtergelaten – achtergelaten worden – volgen – vernietigd worden
*– Deponentia: congredi, conari, reverti, sequi
– Bij deponentia duidt de uitgang -i op een infinitivus met een passieve vorm, maar met een
actieve betekenis.
– Bij gewone werkwoorden van de a-, e-, i-stam duidt de uitgang -i op een inf. passief: -ari, -eri, -iri.
– Bij gewone werkwoorden van de mk-stam duidt de uitgang -i op een inf. passief.
6
a
1 L 2 P 3 L (ik ben morgen jarig, en heb dus geen tijd om te leren)
4 P 5 E 6 L (zie argument 3)
b
r. 2-4Hannibal bedoelt te zeggen: ik, de grote veldheer, stel me op als de minste.
Beroep op mededogen (pathetische argumentatie), maar ook op zijn eigen kwaliteiten
(ethische argumentatie).
r. 7-9Hannibal probeert duidelijk te maken dat de situatie voor de Romeinen nu gunstig is om te
onderhandelen. Beroep op het gezonde verstand (logische argumentatie).
r. 10-15 Hannibal wijst erop dat voorspoed kan omslaan in tegenspoed.
Hij doet dus beroep op het gezonde verstand van Scipio (logische argumentatie).
7
VoegwoordenBijwoordenZelfstandige naamw.
postquam – nadatdiu – langhora – uur
cum – wanneer, toenpostea – laterdies – dag
dum – terwijl, zolang alstandem – eindelijktempus – tijd
ut – zodra, toensemper – altijdnox – nacht
numquam – nooit
ante – tevoren
saepe – dikwijls
hodie – vandaag
nunc – nu
8
De juiste volgorde: 6, 5, 2, 4, 1, 3
1 = 6 Hannibal stelde voor over de Alpen Italië binnen te vallen.
2 = 5 Hoewel hij meende dat het een zeer harde tocht zou zijn, heeft hij toch zijn plan doorgezet.
3 = 2Tijdens de tocht heeft hij zijn soldaten dikwijls aangespoord om zeer dapper alle inspanningen
te verdragen.
4 = 4 Nadat hij in Italië was aangekomen, heeft hij de Romeinen in een gevecht overwonnen.
5 = 1 Lang bleef hij in Italië.
6 = 3 Eindelijk keerde hij naar Africa terug, nadat hij door de Carthagers was teruggeroepen.
Aanwijzingen:
zin 1: begint met de introductie van een persoon: Hannibal
zin 1 en 2: herhaling van woorden: proposuit – propositum
zin 2 en 3: herhaling van woorden: iter – in itinere
zin 3 en 4: in itinere – postquam in Italiam pervenit,: de tocht en de afloop
zin 4 en 5: langdurig verblijf in Italië(diu)
zin 6: ten lange leste terugkeer naar Africa (tandem)
9
1 Ik worstel en kom boven.
2 Zij die gaan sterven groeten u.
3 Bedenk dat je moet sterven.
4 Hoor veel, spreek weinig.