Fortuna > Boek 1 nieuwe druk
Hoofdstuk 8, tekst B: taaloefeningen
A1.jij hebt gegroet
2.jullie hebben gehoord
3.ik heb gehoord
4.hij is verschenen
5.wij hebben gezonden
6.te hebben gezonden
7. hij heeft gegroet
8.zij hebben gezonden
9.te zijn verschenen
10.zij hebben gehoord
B
1.hij ziet
2.hij zag
3.zij begrepen
4.jij brandde
5.jij zag
6.jij zag
7.jij hebt gezegt
8.hij zegt
9.hij zei
10.zij hebben genomen
11.te hebben genomen
12.wij hebben leren kennen
13.wij komen samen
14.jij hebt verloren
15.ik heb gerend
C
1.De romeinse aanvoerder veroverde de mooie stad nog niet
2.De oorlog maakt de mensen niet blij.
3.Liefde beƫindigde oorlog, zei de koning zelf.
4. Zij zorgden voor het vuur en beschermden zo de stad.
5. De mannen begroetten de koning, de vrouwen de koningin
6.Wij komen nu tesamen, zoals jullie zien.
7.Wij verboden hen door het huis te rennen.
8.Ik leerde jouw moeder en vader kennen
9.Een vlam verscheen boven zijn hoofd
10.Vlammen maakten hen bang.