Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Fortuna > Boek 1

Hoofdstuk 18, tekst A - taaloefening

A.
1 De vijanden hebben hem gespaard
2 Hij heeft haar gedood
3 Ik verschafte hen een voorbeeld
4 Wij vreesden hun wapens niet
5 Vergeef hen!
6 Zijn liefde voor het vaderland is groot
7 Hij is een fatsoenlijke man. OF Deze man is eervol.
8 Hij heeft hen goede eigenschappen geleerd
9 HIj heeft dit alles gezegd.

B.
1 genitivus enkelvoud, van deze vrouwen, earum matronarum
2 nominativus meervoud, deze schepen, ea navis
3 dativus enkelvoud, voor deze ijver, eis studiis
4 ablativus enkelvoud, op deze manier, eis modis
5 dativus enkelvoud, aan deze koopmannen
6 genitivus enkelvoud, van dit voorbeeld
7 dativus meervoud, aan deze kunst
8 nominativus meervoud, deze ruiters
9 dativus enkelvoud, door deze pijl / aan deze pijl
10 genitivus meervoud, van deze gevechten
11 accusativus enkelvoud, deze gelegenheid

C.
1. eius=gen ev mnl/vrl/onz
2. ei=dat ev mnl/vrl/onz, nom mv mnl
3. ea=nom/abl ev vrl, nom/acc mv onz
4. eis=dat/abl mv mnl/vrl/onz

D.
1. zij vroegen aan ons om de stad te verwoesten.
2. hij vroeg jullie om ons niet op te jagen.
3. totdat zij kwamen wachtten zij.
4. hij was zo boos, dat hij niet kwam.
5. hij gaf toe dat wij ons omdraaiden.
6. toen jij verscheen.
7. totdat jullie (hadden) overwonnen, vochten jullie.
8. zij vroegen zodat vele antwoorden.
9. het gebeurde dat niet allen hem vreesden.
10. toen jij haar verwaardeloosde.