Hoofdstuk 11, toets

1: Zodra vader Anchises Aeneas zag, begon hij te huilen en zei:
2:'Zoon, eindelijk ben je gekomen! Hoe lang ik op jou heb gewacht!
3:Nu kan ik je zien en jouw stem horen!
4:Temidden van de schimmen hoorde ik jouw zwerftochten: je hebt de koningin Dido verlaten,
5: omdat de berichten van de goden jou had bevolen Italië te zoeken.
6: Zeg mij, waarom ben jij nu gekomen?'
7: Aeneas antwoordt zijn vader: 'Vader, niet huilen!
8: Tegen mijn zin heb ik koningin Dido verlaten.
9: Ik heb slechts het bevel van de goden gehoorzaamd. Ik ben hierheen gekomen omdat ik je heel graag wilde zien.
10: Vader, ik zweer. Met jouw hulp zal ik mijn taak kunnen vervullen.'
11: Nadat hij deze woorden heeft gezegd, probeerde hij zijn vader aan te raken,
12: maar hij pakte alleen maar lucht.