Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Fortuna > Boek 2 nieuwe druk

Hoofdstuk 22, tekst B: Varus en Arminius

Nadat Varus zo tot de grootste zorgeloosheid was gebracht, greep een Germaanse jongeman genaamd Arminius, de gelegenheid voor een misdaad aan. Arminius was van aanzienlijke afkomst. Hij was de zoon van een leider van een Germaanse stam, sterk met zijn hand, snel met zijn zintuigen en intelligent, meer dan de meeste barbaren. Nadat hij het Romeinse burgerschap had gekregen, was deze Germaan een onafgebroken vriend van onze eerdere militaire campagne geweest, maar toen riep hij enkele Germanen bijeen. Nadat zij bijeengeroepen waren onthulde hij zijn plannen en overtuigde hen om de Romeinen te overvallen. Hij stelde de tijd en de plaats van de hinderlaag vast. Dit werd aan Varus verraden door een trouwe man van dat volk. Varus zei echter, nadat de schandelijke beschuldiging gehoord was, dat hij deze man weigerde te geloven. Een korte tijd later werd het beste Romeinse leger door de Germanen omsingeld. Ingesloten door bossen en moerassen is het helemaal afgeslacht door die vijand, die de Romeinen zelf altijd hadden afgeslacht. Varus kwam met een grotere moed om dan hij had gevochten: hij doorboorde zichzelf met een zwaard. Zijn hoofd is door de vijanden afgehakt en naar Caesar Augustus gestuurd. Nadat de nederlaag bericht was, was de keizer zozeer geschokt dat hij gedurende vele maanden huilde, waarbij hij zijn baard en haar had laten groeien. Zelfs bonkte hij soms met zijn hoofd tegen de deur, terwijl hij uitschreeuwde: "Quintilius Varus, geef mij mijn legioenen terug!"

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18