Fortuna > Boek 1
Hoofdstuk 10, tekst C - taaloefening C
1. De dochters van mijn broer brachten een kleine jongen naar huis.3. Jullie vertellen niets nieuws.
5. De soldaten zwegen lange tijd omdat de angst voor een hinderlaag groot was.
7. Hoewel hij vreesde van de vijanden liet hij de angst voor de vijanden niet zien.
9. De soldaat met bijzondere moed verloor het leven.
11. De heerser prees zijn slaven.
13. Een god is altijd vol van begeertes, Juppiter, koning van alle goden.
15. Het einde van het leven is de dood.