Hoofdstuk 8, tekst A (versie 2)

1. Zo, door de dood van de Minotauros,
2. krijgen Theseus en de kinderen de vrijheid.
3. Meteen vlucht Theseus samen met de kinderen van Kreta.
4. Ook Ariadne neemt deel aan de vlucht

5. Eerst varen ze naar het eiland Naxos.
6. Naxos is gewijd aan de God Dionysos.
7. 's Nachts gaan ze van het schip
8. en slapen op het strand aan de zee.
9. Want ze zijn erg moe, tengevolge van de gevaren.

10. Daar merkt de god van de wijn Ariadne op.
11. Onmiddelijk zegt hij tegen zichzelf:
12. "Bij de Goden, ik verlang naar dat meisje.
13. Meteen zal ik haar dus wegdragen en met haar trouwen.
14. Ik vind haar zo'n mooi meisje".
15. Dus ontvoert hij Ariadne en brengt haar weg van Naxos.
16. Dus zo is hij verantwoordelijk voor het grote verdriet