Lingua Latina > Boek 1
Hoofdstuk 6: Op leven en dood
het Colosseum wachten veel mensen op de gladiatoren. Terwijl zij binnenkomen,blijven staan en groeten, vuren sommigen Barbatus, de beroemde gladiator, aan
met groot/luid geschreeuw, anderen Syrus:
‘Luister Syrus! Val Barbatus aan met je zwaard!
Jij bent vrij van angst, hoop dus op de overwinning, vecht, zet m op, houd vol!
5 Allen kijken immers naar je!Â’
Maar Syrus blijft staan, wacht (af) en aarzelt Barbatus aan te vallen Âen Barbatus houdt Syrus in het oog / in de gaten.
Daarom schreeuwt de menigte opnieuw:
‘Vecht (dan toch) eindelijk! Waarom aarzelen jullie?
10 Waarvoor zijn jullie op je hoede? Jullie zijn toch niet bang voor zwaarden?
O goden, luistert!
Richt alle slechte gladiatoren te gronde, niet alleen in Rome, maar op alle plaatsen!
Eindelijk valt Barbatus Syrus aan met zijn zwaard, en opnieuw schreeuwt de menigte:
‘Kijk uit, Syrus! Pas op voor Barbatus!
15 Maar Marcus roept niet en verheugt zich ook niet over het gevecht, want hij is niet
vrij van zorgen / want hij maakt zich zorgen.
Terwijl Syrus en Barbatus elkaar proberen met hun zwaarden te verwonden,
denkt Marcus na over Fortuna, de godin (die) zo onrechtvaardig (is):
‘Waarom heeft Aemilia geld in overvloed, waarom heeft mijn vader Domitius geen
rijkdom / is mijn vader Domitius niet rijk?
Waarom houd juist ik zo veel van Aemilia? [lett.: Waarom heb ik zelf Aemilia in zo'Â’n grote
liefde?]
20 Waarom ben ik zonder Aemilia zelfs niet tijdens de spelen blij?Â’
Plotseling roept de menigte: ‘Hij is getroffen! Hij is getroffen!
Syrus ligt (op de grond), Barbatus verheugt zich over zijn overwinning,
de menigte prijst de winnaar met vrolijke kreten/vrolijk geschreeuw.
Maar Marcus gaat weg uit / verlaat het Colosseum.
25 Terwijl hij door de straten wandelt, vraagt hij zichzelf:
Waarom ben je vandaag zo treurig, Marcus?
Je treurt toch niet om de dood van Syrus?
Bevallen de spelen zonder Aemilia soms niet?
Maar kijk! Afra komt er aan en ze roept: ‘Wees blij, Marcus! Ik heb een brief!
Van Aemilia ...? vraagt Marcus, en Afra lacht: ‘Van Aemilia!’
Reeds is Marcus vrij van zorgen, reeds verheugt hij zich over het leven en de liefde.