Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Fortuna > Boek 1

Hoofdstuk 11, tekst A: Voor het gerecht

Daarna deed hij Verginia een proces aan. Het meisje vreesde en wanhoopte aan haar redding. Toch kwam zij naar de rechtszaak. Wat ziet zij daar? Appius is de rechter! Tijdens de rechtszaak vertelt Marcius Claudius een verzonnen verhaal: 'Ik heb veel slavinnen. Een van hen was Verginia, omdat zij in mijn huis als slavin is geboren. Later is zij stiekem overgebracht naar het huis van Verginius. Dus is zij geen dochter van hem, maar mijn slavin!' Deze woorden bevielen Appius als rechter, maar het was niet toegestaan een vonnis te vellen, omdat de vader Verginius afwezig was. Appius zei tegen Claudius : 'Volgens de wet is het aan de vader toegestaan zijn dochter te verdedigen. Daarom wachten wij de komst van Verginius af, maar aan jou, Marcius Claudius, is het toegestaan om ondertussen het meisje mee te voeren naar huis!' Maar het besluit beviel Verginia en de menigte niet en er dreigde oproer voor de rechter. Virginia zweeg, want zij beschouwde alles als verloren. Zij wist wat er zou gebeuren. Bang keek zij naar de menigte. Plotseling komen Publius Numitorius, de opa van het meisje en haar verloofde Icilius tussen beide. Icilius zei aan Appius: 'De vader beloofde mij zijn dochter Verginia als bruid. Het is aan haar niet toegestaan buiten het huis van haar vader te wonen!' Toen gaf Appius weliswaar toe aan de mensen maar zei: 'Vandaag moet het meisje vrij zijn! Maar als haar vader morgen niet gekomen zal zijn, zal het meisje een slavin van Marcius Claudius zijn.'

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18