Unit 7, tekst 1

Als de plicht roept, zal de rijke in een reusachtige draagstoel gedragen worden enboven de hoofden lopen en hij zal onderweg lezen,schrijven of slapen binnenin. En toch zal hij eerder aankomen : een zee van mensen verhindert ons terwijl wij ons haasten. Het volk dat volgt in een grote file duwt ons met grote kracht in de lenden. De ene stoot met een elleboog, de ander met een harde paal. Deze slaat met een balk op je hoofd en die daar met een kruik. De zopas herstelde tunieken worden gescheurd. Een ijverige aannemer haast zich door de straten met muildieren en sjouwers. Een reusachtige kraan takelt nu eens een steen op, dan weer een balk. Ze schommelen in de hoogte en vormen een bedreiging voor het volk. Een trieste begrafenisstoet worstelt met een stevige vrachtwagen. Hier vlucht een dolle teef, daar stormt een smerige zeug vooruit met zijn vette poten onder de modder. De kapper, de herbergier, de kok, de slager hebben de hele stad in beslag genomen en er is geen stoep meer op hun stoep. Wat ooit een grote weg is geweest, is nu een smal paadje geworden