Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Disco > Boek 1

Hoofdstuk 23, tekst B: Cicero schrijft Terentia

Tullius Cicero groet zijn Terentia, Tullia en Cicero. Ik geef minder vaak een brief mee voor jullie, dan ik kan: niet alleen al mijn omstandigheden zijn zeer ongelukkig, maar ook ben ik zeer bedroefd, wanneer ik of aan jullie schrijf of ik jullie brieven lees. Ik ben nu 13 dagen bij Marcus Laenius Flaccus. Die goede man is niet bang voor de straf van een zeer slechte wet en ik ben door hem goed ontvangen. Mocht ik hem toch ooit kunnen bedanken! Ik zal weliswaar altijd dank hebben. Als dit slechte blijvend is, dan wil ik jou zo snel mogelijk zien en in jouw omhelzing sterven. Want noch de goden die jij altijd vereerde, noch de mensen, die ik altijd heb gered, hebben ons bedankt. O ongelukkige ik! Wij leefden, wij bloeiden: het is niet onze fout, maar mijn deugd bracht me ten val. Ik kan niet meer schrijven, het verdriet belemmert mij. Mijn Terentia, je bent de beste vrouw, en mijn liefste dochtertje Tullia, en onze hoop, vaarwel, Cicero.