Hoofdstuk 1 - 4: Extra oefenblok: Opdracht 7 (versie 1)

1. itaque = dus Aemilia houdt erg van Rome, dus prijst zij de beroemde gebouwen en brede wegen vaak. 2. dum = terwijl Afra, een nieuwe slavin, zwijgt, terwijl Aemilia de tempels en beelden prijst. 3. quod = omdat Afra zwijgt, omdat ze een nieuwe slavin is. 4. quod = omdat Op het forum is geschreeuw, omdat kooplui schreeuwen. 5. autem = maar, echter Afra houdt het geschreeuw niet vol, Aemilia vindt het echter leuk om tussen de mensen te zijn. 6. enim = namelijk, immers De vrienden gaan naar het koude bad, daar zijn immers niet zoveel mensen. 7. etiam = ook De vrienden houden van spelen, ook Titus speelt. 8. enim = namelijk, immers Titus studeert namelijk niet altijd. 9. autem = maar, echter + ut = zoals Maar lezen is niets doen, zoals Titus gewoonlijk zegt.