Fortuna > Boek 1
Hoofdstuk 18, tekst B: taaloefeningen
A1. Ik kwam, opdat ik haar hielp.
2. Jij was bang, dat hij ons doodde.
3. Ik verhinderde, dat zij het vertelden.
4. Hij was zo blij, dat hij uitriep van vreugde.
5. Zij doodde hem, opdat hij de waarheid niet vernam.
6. Jullie verhinderden, dat de koning hen doodde.
7. Wij waren zo boos, dat wij hem niet vergaven.
8. Zij waren bang, dat jij de moord op hem zou wreken.