De villa van Marcus Valerius is gelegen in Germanië. Marcus en Marcia hebben twee zonen en twee dochters. Marcus is de vader en Marcia is de moeder van Valeria, Quintus, Lucius en Livia. De kinderen van Marcus en Marcia zijn niet in de villa maar ze zitten naast de grote Romeinse weg op de grond. Aan de overkant van de grote Romeinse weg is een zeer groot bos. De kinderen zijn blij en tevreden en lachten omdat Quintus mooie verhalen vertelt.
Plots zegt Livia: “ Waar is onze villa? Ik zie onze villa niet meer.”
Quintus antwoordt: “ Onze villa is reeds ver verwijdert maar als je rechtstaat kan je het dak van onze villa zien. Daar tussen de rivier en het grote bos kan je het dak van het gebouw zien, het is onze villa. Onze vader bezit de grote vlakte tussen het bos en de rivier.”
Livia: “ Nu zie ik ook de daken van onze villa.”
Valeria: “ Ik zie over de rivier heen ook een andere villa; ik kan de villa en de daken en de muren en de poort zien.
Lucius: “ Zo is het. Daar woont mijn vriend Caius. De villa van mijn vriend ligt aan de overkant van de rivier. Caius is ook 10 jaar.”
Quintus:” Daar woont niet alleen jouw vriend, Caius maar ook de vriend van Valeria. Hij is 20 jaar. Valeria waardeert Publium zeer en zij houdt van hem.”
Valeria lacht maar antwoordt niet. Daarna gaan de kinderen naar de rivier.
Lucius: “ Is onze rivier zo groot als de Rijn?”
Valeria: “ Noch zo breed noch zo lang als de Rijn. Onze rivier stroomt in de Maas. Onze villa is gelegen tussen de Maas en de Rijn.”
Plots vraagt Quintus aan de anderen: “ Willen jullie me zoeken, wanneer ik me in het bos verberg?
Livia zegt: “ Ik ga jouw niet zoeken in het bos omdat het bos niet veilig is. Ik ben bang in het bos omdat ik de lucht niet meer kan zien.”
Quintus: “ Je bent bang in het bos omdat je een klein meisje bent maar ik ben reeds 12 jaar. Het bos is veilig. Laten jullie me achter als ik naar het bos ga? Wachten jullie hiep op de weg op mij?”
Valeria: “ Jij bent een trotse jongen. Het is niet toegestaan in het bos te dwalen. Wij laten je niet achter wanneer jij naar het bos gaat maar jij laat ons achter. Hier verwachten wij je maar als je in het bos verdwaalt kunnen noch wij noch vader jouw terugvinden. Immers het bos is zeer groot.”
Quintus antwoordt niet en gaat naar het bos. Valeria, Livia en Lucius gaan naast de Romeinse weg op de grond zitten en wachten op Quintus. De kinderen zijn bang
