3 Plinius, Epistula IV, 19, 2-4

§2 Zij heeft de hoogtste scherpzinnigheid en de grootste eenvoud. Ze houdt van me, wat een bewijs is van haar deugd. hiebij komt nog een belangstelling voor literatuur, die ze uit liefde voor mij heeft opgevat. Mijn boekjes heeft ze in bezit, leest ze dikwijls, leert ze zelfs van buiten.§3 Door deze bezorgdheid wordt zij getroffen als ze ziet dat ik zal pleiten, door wat een grote vreugde wordt zij getroffen als ze ziet dat ik zal pleiten! Ze plaatst hier en daar mensen die haar moeten berichten welke ijval, welke kreten ik heb teweeg gebracht, welk resultaat ik in het proces heb behaald. Dezelfde vrouw zit, als ik eens voorlees, in de nabijheid, in de nabijheid, gescheiden door een gordijn, en ons applaus vangt ze op met haar heel gretige oren. Ze zingt zelfs mijn verzen en begeleidt ze met een citer, terwijl ze dit niet leert van een of andere kunstenaar, mar door de liefde, die de beste leermeester is.