Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Cicero

Ad Familiares, IX, 26 (SB 197)

1 Ik ben het derde uur (dat wil zeggen: 9e uur, in huidige tijdstelling om drie uur) aan tafel gegaan wanneer ik de tekst van deze brief aan jou op wastafeltjes schrijf. Je zult zeggen: “Waar?” Bij Volumnius Eutrapelus, boven me ligt Atticus en onder me Verrius, vrienden van jou. Verbaas je je dat de (onze) slavernij opgevrolijkt is? Wat moet ik daarom doen? (Dubitativus)
5 Ik vraag jou om raad, die colleges volgt van de filosoof (Dio, die later in de tekst bij naam genoemd wordt). Moet ik mezelf soms martelen? Wat moet ik nastreven? (Dubitativus) (Vervolgens) Met wat voor doel? “Je moet leven voor de literatuur.” Zeg je. Of meen je soms dat ik me met iets anders bezig houd, dat ik zou kunnen leven als ik niet in de literatuur zou leven? Ook al kan ik daarvan geen genoeg van krijgen, toch is er een bepaalde maat; wanneer ik mij van die bezigheid heb afgewend, ook al heb ik weinig gelang voor eten- 10 een kwestie die jij ooit eens aan de filosoof Dio hebt voorgelegd – weet ik toch niet wat ik liever ga doen, voor ik mij naar de slaap begeef. Verneem ook de rest. Naast Eutrapelis ligt Cytheris. In dat soort diners, zeg je, ligt dus de beroemde Cicero aan, “naar wie men opkijkt, op wiens gelaat de Grieken hun blik richten?”
15 Bij Hercules, ik had geen enkel idee dat zij aanwezig zou zijn. Maar ook die beroemde Aristippus, leerling van Socrates, schaamde zich niet toen hem verweten werd dat hij Lais bezat. “Ik bezit haar, en zij bezit mij niet” zei hij (in het Grieks klinkt het beter, vertaal het maar, als je wilt). Als jongeman deed het me al niets, laat staan nu als oude man.
20 Ik geniet van het feestmaal; ik zeg daar wat bij me opkomt, zoals dat gezegd wordt, en ik verander het gejammer in groot gelach. Of denk je dat je het beter kunt, jij die zelfs een filosoof voor schut hebt gezet door te antwoorden dat je sinds de ochtend op zoek was naar een maaltijd, toen hij vroeg of iemand nog iets te vragen had. Die domoor dacht dat jij een vraag zou stellen of er één kosmos bestaat of meerdere. Wat maakt zo’n vraagstuk voor jou uit?
25 Trouwens, zo’n diner zegt jou (als sober levende Epicureeër) toch ook niets, (vooral in zo’n luxueuze omgeving als) hier! Zo wordt er dus geleefd. Dagelijks wordt er iets gelezen of geschreven. Daarna, opdat we onze vrienden niet verwaarlozen, dineer ik met hen, niet zozeer in strijd met de wet, als je nu enigszins kunt spreken van een wet, maar erbinnen, en dan wel ruimschoots. Daarom is er geen enkele reden om bang te zijn voor mijn komst, 30 Je zult een gast ontvangen die niet veel eet maar wel veel grappen maakt.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.340

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18