Via Nova > Boek 3
Hoofdstuk 7: r. 81-90 Het afspraakje
De volgende dageraad had de nachtelijke vuren verwijderd en de zon had met zijnstralen de bedauwde weide droog gemaakt: zij kwamen bij elkaar naar de
gebruikelijke plaats. Toen besloten zij, nadat zij eerst met gering gefluister
veel hadden geklaagd, om, terwijl de nacht stil was, te proberen hun bewakers te
misleiden en de deur uit te gaan en, wanneer ze het huis uit waren gegaan, ook
de huizen van de stad te verlaten, en, om te voorkomen dat er gedwaald moest
worden door hen die rondwandelden in het brede veld, om samen te komen bij het
grafteken van Ninus en zich te verbergen onder de schaduw van de boom: daar was
een boom, zeer rijk beladen met sneeuwwitte vruchten – het was een hoge
moerbeiboom – vlak naast een ijskoude bron.