Via Nova > Boek 3
Hoofdstuk 5: Eindelijk daglicht
Eindelijk ging die mist weg, nadat hij als het ware tot rook of nevel was verdund; daarna was er een echte dag, ook de zon scheen, [maar] toch vaal, zoals hij gewoon is te zijn, wanneer er een zonsverduistering is. Alles deed zich aan onze ogen, die nog bang waren, veranderd voor en bedekt met hoge as alsof het sneeuw [was].Nadat wij teruggekeerd waren naar Misenum, brachten wij, nadat we onze lichamen zo goed en zo kwaad als het ging verzorgd hadden, een onzekere en twijfelachtige nacht door in hoop en angst. Angst had de overhand, want èn het trillen van de aarde hield aan èn zeer veel idioten dreven de spot met zowel hun eigen ellende als die van anderen door schrikwekkende voorspellingen.
Toch hadden wij, hoewel wij gevaar hadden ervaren en [nog] verwachtten, zelfs toen niet het plan om weg te gaan totdat er een bericht was over mijn oom. Dit verhaal verdient geen plaats in een historisch werk. Je zult het lezen zonder het in je werk te willen opnemen. Als je het zelfs geen brief waard vindt, dan heb je dat aan jezelf te danken; want je hebt erom gevraagd.