Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Via Nova > Boek 1 Urbs

Hoofdstuk 11, vertaling 2: Bruiloft

Eindelijk was Aulus aangekomen. Een stoet vrienden begeleidde de jongeman naar de
bruiloft. Iedereen was blij en schreeuwde. Vader hoorde het geschreeuw en ging de
tuin binnen, waar Claudia en haar vriendinnen wachtten op het begin van
de bruiloft.
Vader zei: 'Kom, Claudia, Aulus is al aanwezig.'
De vriendinnen gaven een mooie krans aan Claudia. Vervolgens begeleiden ze de jonge vrouw naar het atrium. Daar keken Aulus, Aulus zijn ouders en een grote menigte gasten uit naar Claudia. Tenslotte ging de jonge vrouw het atrium binnen . Ze was zeer mooi: ze droeg een helder witte tunica en bruidssluier; het haar van de jonge vrouw was versierd. Na de plechtigheden van de bruiloft riep iedereen 'Veel geluk, veel geluk'. Intussen hadden de slaven het
bruiloftsmaal klaargemaakt. Heel de menigte gasten dineerde en dronk wijn.
Nadat het avond was geworden, stond Claudia op en ging naar haar ouders. 'Vaarwel, o
ouders,' zei ze. De vader en moeder van het meisje gaven haar kussen. 'Vaarwel, Claudia, vaarwel,' zeiden ze. Toen leidden twee jongens Claudia weg van haar moeder. Alle gasten gingen het huis uit en stelden op de weg een optocht samen. Twee fluitspelers liepen voorop. Begeleiders van de bruid droegen de huwelijksfakkels. Terwijl Claudia haar huis verliet, zong een koor van jongens
en meisjes een bruiloftslied:

'O jongens, hef de bruiloftsfakkels op: Ik zie een bruidssluier. Kom, zing mee
in de maat. io, Hymenaeus, io. io, Hymenaeus.'

De stoet gasten ging voort door de straten. Marcus en Lucius gooiden noten
tussen de toeschouwers. De jongens waren zeer vrolijk en zongen een spotliedje:

'Dierbare zus, allerliefste bruid, wij adviseren je alleen dit: speel
met Aulus en spoedig zal een kleine Aulus voor jouw spelen.'