Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Tablinum > Oude Druk

Tekst 3.9: De misdaad van de overwinnaar

Juichend haalden de Romeinen Horatius binnen, met des te grotere vreugde, omdat de zaken bijna hopeloos waren geweest. De lichamen van de broers vertrouwden ze echter aan de aarde toe, op dezelfde plaats waar ze vechtend gesneuveld waren. De Albanen deden hetzelfde met hun soldaten. Daarna keerde elk leger naar huis terug. Voor de stoet van Romeinen uit liep Horatius, met de wapenbuit van de drie Curiatii. Voor de Porta Capena kwam zijn zuster hem tegemoet, die met een van de Curiatii verloofd was geweest. Met luide stem en onder vele tranen riep zij de naam van haar overleden verloofde. Het gekerm en de tranen van zijn zuster maakten Horatius woedend bij zijn overwinning en onder zo'n grote vreugde van het gehele volk en hij doorboorde haar met zijn zwaard, terwijl hij uitriep: "Ga weg van hier met jouw onnozele liefde naar je verloofde, jij die niet geeft om je dode broers en je levende, jij die niet maalt om je vaderland. Moge zo elke Romeinse vrouw die rouwt om een vijand omkomen!" Deze misdaad scheen de senatoren en het volk afgrijselijk, maar zijn recente verdienste had de gemoederen voor hem gewonnen. Toch werd hij bij de koning gebracht en beschuldigd van moord op een verwant.