Tablinum > Nieuwe Druk
Tekst 4.3: Coriolanus en zijn moeder
Dus werden vanuit Rome gezanten naar Coriolanus gestuurd om te onderhandelen over de vrede, maar ze brachten een onverbiddelijk antwoord terug. Nadat ze opnieuw gestuurd waren, mochten ze zelfs het kamp niet meer in. Ook de priesters getooid met hun heilige kentekens gingen naar hen. Maar ook zij hebben zijn vijandige ingesteldheid niet kunnen ombuigen.Toen gingen Veturia, de moeder van Coriolanus, en zijn vrouw Volumnia met de twee zoontjes van Coriolanus naar het kamp van de vijand om de stad, die de mannen met hun wapens niet konden verdedigen, zelf met smeekbeden en tranen te verdedigen. Toen ze aan het kamp gekomen waren, is er aan Coriolanus gemeld:" Je moeder, vrouw en kindren zijn er."Maar toen hij naar de vrouwen ging om ze te omhelzen, weigerde zijn moeder woedend de omhelzing en ze voer zo tegen hem uit:" Is mij daarom een lang leven en een ongelukkige oude dag te beurt gevallen, om jou eerst als banneling en daarna als vijand te zien? Kon jij het land dat je heeft voortgebracht en gevoed, verwoesten? dus, Als ik je niet ter wereld gebracht had, zou Rome nu niet in zo' n groot gevaar verkeren en als ik geen zoon had, zou ik vrij in een vrij land kunnen sterven. Ikzelf zal in elk geval niet lang meer leven. Maar denk aan hen, je kinderen en je vrouw, die ofwel een wrede dood ofwel een lange slavernij te wachten staat. Ontroerd door de woorden van zijn moeder en de tranen van zijn vrouw, riep Coriolanus: "Rome, met vijandige bedoelingen ben ik hierheen gekomen, maar je hebt mijn woede overwonnen." Na zijn familie omhelsd te hebben, zond hij ze weg, hij brak echter zelf het kamp op en voerde de troepen weg van het Romeins grondgebied.