Roma > Boek 1
Hoofdstuk 9, tekst D
1. Maar vader Anchises strekt verheugd zijn handpalmen uit naar de hemel en smeekt:2. "Vader van de goden en de mensen, aanschouw ons en geef opnieuw een gunstig voorteken."
3. En plotseling valt er een ster vanuit de hemel en blijft boven ons huis staan.
4. Vader roept uit:
5. "Nu, nu is er geen oponthoud. Dit teken, goden, is van jullie.
6. Zoon, met jou gaan weiger ik niet meer!
7. "Wij vluchten temidden van vele Trojanen.
8. Ik draag vader op mijn schouders. Vader draagt de Trojaanse huisgoden.
9. Met mijn linkerhand hou ik vader vast, met mijn rechterhand Ascanius.
10. De kleine jongen kan nauwelijks met zijn voeten het tempo bijhouden.
11. Achter ons volgt Creusa.
12. Plotseling horen wij een luid geschreeuw.
13. Verschrikt vluchten wij allen naar verschillende kanten.
14. Na vele uren komen wij buiten de stad bij een verlaten tempel samen.
15. Een van ons ontbreekt! Ach, Creusa, waar ben je?