Pallas > Druk 1: boek 3
Hoofdstuk 9 Sokrates 1B: De reactie van Sokrates
Let op waarom ik dit zeg; want ik zal jullie uitleggen vanwaar de verdachtmaking tegen mij is ontstaan. Want, nadat ik dat had gehoord, overwoog ik als volgt: "wat bedoelt de god eigenlijk, en waarom eigenlijk zinspeelt hij in raadsels op?" Want ik ben mij ervan bewust dat ik nog vele (/groot) noch weinig (lett: klein) wijs ben. Wat bedoelt hij dan wanneer hij zegt dat ik de wijste ben?.Hij liegt niet dunkt me, want het is niet aan hem gepest (hem=apollo). En lange tijd verkeerde ik in onzekerheid over wat hij toch zei; daarna wendde ik mij, zeer tegen mijn zin in, tot een dergelijk onderzoek daarnaar.