Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pallas > Druk 1: boek 3

Hoofdstuk 8 Herodotus 8C: De ring

Nadat Polykrates de brief had gelezen en had begrepen dat Amasis hem een goed advies had gegeven, vroeg hij zich af over welk van zijn kleinodiën hij het meest verdriet zou hebben als hij had verloren. En terwijl hij zich dat afvroeg, vond hij het volgende. Hij had een zegelring, die hij altijd droeg, een in goud gevatte, (gemaakt van) een smaragd. Het was een kunstwerk van Theodooros, de zoon van Tèleklès van Samos. Toen hij besloot om die weg te doen, deed hij het volgende. Nadat hij een vijftigriemer had laten bemannen, ging hij aan boord en beval daarna om het ruime sop te kiezen. Toen hij op grote afstand van het eiland was gekomen, gooide hij de zegelring, nadat hij die had afgedaan, onder het toeziend oog van alle opvarenden in de zee. Nadat hij dat had gedaan, voer hij terug en nadat hij thuis was gekomen, leed hij zichtbaar.