Pallas > Druk 1: boek 3
Hoofdstuk 6 Archilochos 1D: Verdriet om een schipbreuk
Niemand van de burgers, en evenmin de stad zal genieten van feestvreugde, wanneer hij treurige zorgen, Perikles, geringschat; want de golf van de luidbruisende zee heeft zulke (voortreffelijke) mannen overspoeld en wij hebben wegens/van verdriet gezwollen longen. Toch hebben de goden op ongeneeslijke ellende, o vriend, krachtig geduld gelegd als geneesmiddel. Nu eens heeft de een, dan weer de ander deze ellende; nu heeft het zich naar/tegen ons gekeerd en wij bejammereneen bloedige wond en deze (ellende) zal weer anderen op hun beurt treffen. Maar kom, verdraag het zeer snel, nadat jullie het bij vrouwen passende verdriet van je hebt afgeschud.