Pallas > Druk 1: boek 3
Hoofdstuk 5 Odysseia 2D: Een onverwachte ontmoeting
Maar toen zij dan net op het punt stond weer naar huis terug te gaan, nadat zij de muilezels had ingespannen en de mooie kleren had gevouwen, toen bedacht de godin, de uilogige Athena, weer andere dingen, opdat Odysseus wakker zou worden en het knappe meisje zou zien, dat aan hem de weg naar de stad van de mannen Faiaken zou wijzen. Vervolgens gooide de prinses een bal naar een dienares; ze miste de dienares en gooide hem in een diepe draaikolk. En zij schreeuwden hard daarbij, en hij werd wakker de edelgeboren Odysseus, en terwijl hij ging zitten peinsde hij in hart en geest. Ach, arme ik, in het land van welke mensen(/stervelingen) ben ik (nu) weer gekomen? Zijn zij overmoedig en wild en niet rechtvaardig, of zijn zij gastvrij en hebben zij een godvrezende geest? Vrouwengegil als van meisjes is tot mij doorgedrongen van nimfen die de steile toppen van de bergen en de bronnen van de rivieren en de grasrijke weiden bewonen. Of ben ik nu misschien dichtbij de sprekende mensen? Maar vooruit, laat ik 'ns zelf een poging ondernemen en 'ns een kijkje gaan nemen. Nadat hij zo gesproken had dook de edelgeboren Odysseus omhoog vanuit de bosjes en uit een dichte struik brak hij met stevige hand een tak af met bladeren, opdat hij zijn mannelijke delen kan beschermen rondom zijn lichaam. Hij ging op weg, zoals een leeuw die in de bergen opgegroeid was, vertrouwend op zijn kracht, die gaat, verregend en verwaaid, en zijn beide ogen gloeien in hem. Maar hij stort zich op runderen en schapen of hij zit wilde herten achterna, en zijn maag beveelt hem om zelfs naar een stevig gebouwde stal te gaan om een aanval op schapen te wagen. Zo stond Odysseus op het punt zich onderde meisjes met de mooie vlechten te begeven, hoewel hij naakt was; want noodzaak had hem bereikt. Maar hij verscheen als iemand die er vreselijk uitzag aan hen, omdat hij gehavend was door het zeewater. En zij vluchtten alle kanten op naar uitstekende landtongen. Maar alleen de dochter van Alkinoos bleef staan; want Athena plaatste bij haar moed in het hart en nam de vrees uit haar ledematen (weg). En zij bleef beheerst tegenover hem staan. En hij, Odysseus, overwoog of hij het meisje zou smeken, na haar knieën vastgepakt te hebben, of dat hij haar zomaar van een afstand met vriendelijke woorden zou smeken (om te zien) of zij hem de stad zou wijzen en kleren zou geven. Het scheen aan hem, terwijl hij op deze manier nadacht, voordeliger te zijn van een afstand met vriendelijke woorden te spreken, opdat het meisje niet boos zou worden in haar hart, wanneer hij haar knieën had vastgegrepen.