Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pallas > Druk 1: boek 3

Hoofdstuk 3 Loukios of de ezel 2A: Bevrijd

Het was nog de vroege morgen, en plotseling verscheen een groep soldaten, die bij de schurken was aangekomen, en zij boeiden allen onmiddellijk, en sleurden hen weg naar de gouverneur van het land. Toevallig was ook de verloofde van het meisje met hen meegekomen: want hij zelf was het, die ook de schuilplaats van de rovers had ontdekt. Nadat hij het meisje mee had genomen zette hij haar neer op mij, en hij voerde ons op deze manier naar huis. De dorpsbewoners begrepen, toen ze ons nog van verre zagen, dat wij het goed maakten, en nadat ik hen van tevoren door gebalk goed bericht had aangekondigd, en toen ze naar ons toe waren gerend, begroetten zij ons, en brachten ons naar binnen. Het meisje hield veel rekening met mij, terwijl zij recht deed, nadat ik samen met haar als medegevangene gevlucht was, en ik samen met haar die gemeenschappelijke dood had geriskeerd. En voor mij stond als maaltijd een schepel van gerst en hooi van mijn meesteres klaar, zoveel als ook voldoende was voor een kameel. Toen vervloekte ik Palaistra zeer, omdat zij mij met haar vakbekwaamheid veranderd had in een ezel, en niet in een hond: want ik zag dat de honden de keuken binnengingen en dat zij veel opschrokten, zoveel als er is bij de huwelijken van de rijke bruidegoms.