Pallas > Druk 2: boek 2
Hoofdstuk 28, tekst A
Ter hoogte van de weg naar Olympia (voordat men de rivier Alfeios oversteekt) is een berg steil door/met hoge rotsen.Vanaf deze berg hebben de Eliërs de gewoonte de vrouwen naar beneden te laten vallen/gooien, als ze worden betrapt dat ze naar de
5 Olympische wedstrijd zijn gekomen of ook zelfs maar (als ze) in de dagen van de spelen de rivier Alfeios hadden overgestoken. Ze zeggen dat geen enkele vrouw is betrapt behalve alleen Kallipateira.
Want , nadat haar man was overleden, en na zichzelf vermomd te hebben wat
betreft alles als trainer, bracht zij haar zoon Peisirodos naar Olympia
10 om te boksen. Toen Peisirodos won, was Kallipateira blij dat haar zoon won, en springend over de omheining, waarbinnen de trainers gingen staan, werd ze ontbloot.
Zo werd gezien dat ze een vrouw was, maar toch lieten
de Eliërs haar ongestraft, om haar vader en broers en
15 zoon eer toe te kennen - deze waren allen Olympische
winnaars. Daarna stelden ze voor trainers voor latere tijd/de toekomst een nieuwe wet in: want voortaan werden zelfs de trainers zelf niet toegelaten tot de Spelen, behalve als ze naakt waren!