Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pallas > Druk 2: boek 2

Hoofdstuk 16, tekst A: taaloefening

A
ACTIEF
[γριεξ]επασcον
γαμειτε
παρεcειν
εfευγεV
Βαινει
βαινομεν[/γριεξ]
MEDIUM
[γριεξ]αfικνουνται
ερcεται
βουλεσqαι
ισταται
fαινει
βουλου[/γριεξ]

of

ACTIEF
Επασχον
Γαμειτε
Παρεχειν
Εφευγεν
Βαινει
Βαινομεν
MEDIUM
Αφικνουνται
Ερχεται
Βουλεσθαι
Ισταται
Φαινει
Βουλου

B
1. jij kunt
2. willen
3. jullie komen aan; kom aan ! (mv)
4. wij willen
5. jij wilt
6. jullie kunnen; kan! (meervoud)
7. jij komt aan
8. jij kwam aan
9. hij kan
10. zij kunnen

C
1. wij antwoorden
2. jij ligt
3. liggen
4. hij spoort aan
5. jullie gaan/komen; ga!; kom! (meervoud)
6. ga! kom! (enkelvoud)
7. zij schamen zich (om)
8. zij maakt klaar
9. jij vergeet
10. discussiëren/gespek voeren
11. jij trouwt; hij trouwt met
12. wij bereiken/komen aan
13. wij worden wakker
14. jullie bespreken ; spreek! (meervoud)
15. wij liggen
16. wil!
17. jullie vergeten; vergeet!
18. jullie schamen je ; schaam jullie (meervoud)
19. spoor aan!
20. jij wilt

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.338

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18