Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Hellenike > Boek 1

Hoofdstuk 2, tekst D: De kapitein vertelt verder

1) Dus de Perzen gaan snel naar ons toe,
2) en koning Xerxes kijkt naar de schepen.
3) En ik trek mij terug; en de andere Grieken trekken zich ook terug.
4) En plotseling verschijnt een schim.
5) En de schim is zeer indrukwekkend.
6) En ik ben bang voor de schim, maar de schim zegt:
7) Vrienden, waarom trekken jullie je terug?
8) Wees niet bang voor de Perzen maar help en wees dapper.
9) En ik vaar snel naar de Perzen en ben niet meer bang.
10) Ook de andere Grieken varen snel naar de Perzen.
11) Ook nu strijden wij ordelijk,
12) en de Perzen strijden wanordelijk,
13) omdat zij, niet zoals wij, dapper zijn.
14) En tenslotte vluchten sommige Perzen en anderen blijven en sneuvelen.
15) En sommige Grieken achtervolgen de Perzen,
16) en anderen nemen de schepen en de matrozen gevangen.
17) En als de Atheners de Perzen achtervolgen,
18) vlucht ook Xerxes en kijkt niet langer meer naar de zeeslag.
19) De Grieken worden dus bevrijd door hun moed.
20) Dus op deze manier straffen de goden de Perzen voor hun overmoed
21) en zij redden de stad.
22) Goed gezegd kapitein.
23) En nu weten wij duidelijk en precies wat betreft de zeeslag.
24) Maar de verandering van de situatie is nu groot:
25) want toen waren de Grieken elkaars vrienden,
26) maar nu haten ze elkaar door de oorlog.