Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Hellenike > Boek 1

Hoofdstuk 1, tekst D

De kapitein gaat naar beneden, en Dikaiopolis en de matrozen gaan ook naar beneden. Want van beneden komt het geluid. Beneden zien de kapitein en de matrozen Hegestratos. Hegestratos maakt het geluid. Hé jij daar, wat doe je hier? (de kapitein ziet dat het Hegestratos is) Maar maak jij dat, Hegestratos? een geluid? (Hegestratos onschuldig) Ik doe niets kapitein. En ik hoor ook geen geluid, wees niet bezorgd. Dikaiopolis kijkt naar Hegestratos' rug. Kom hierheen en kijk, kapitein. Want Hegestratos heeft iets in zijn rechterhand. Wat heb je in je rechterhand Hegestratos? ( Hegestratos probeert iets te verbergen) Ik heb niets, vriend. O Zeus, Hegestratos spreekt de waarheid niet, want hij heeft een bijl in zijn rechterhand. Hij wil het schip laten zinken. (Kapitein geschokt) Wat zeg je, Dikaiopolis? Wil Hegestratos het schip laten zinken? (De kapitein roept de bemanning) Waarom grijpen jullie de man niet, matrozen? hiero! hiero! Lieve help, ik vlucht. Ik werp mezelf uit het schip. (De kapitein spoort de bemanning aan hem te achtervolgen) Kom the help, kom the help, matrozen, en achtervolg hem.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.340

Nieuw afgelopen maand: 8

Gewijzigd afgelopen maand: 18