Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Pegasus > Boek 1

Tekst 7.2: De Romeinen worden door de Samnieten onder het juk gezonden

De Romeinen worden verrast
Er leidden twee wegen naar Luceria: de ene langs de kunst, veilig maar langer, de andere door de Caudijnse Passen, kort maar gevaarlijker. De zeer moedige Romeinen beslisten om langs de korte weg de bergen over te steken. De Romeinse consuls die niet op de hoogte waren van de list van de Samnieten, gingen met hun legioenen de Caudijnse Passen binnen, maar de uitgang was met reusachtige rotsblokken en gevelde bomen versperd. Pas op dat moment keerden de Romeinen, die een hinderlaag van de vijanden vreesden, terug: ze ontdekten dat de toegang op dezelfde wijze versperd was, ze bemerkten de vijanden op de bergen. Ontzetting hield ieders geest en ledematen in de greep. De Romeinse soldaten zwegen eerst een lange tijd onbeweeglijk. Daarna begonnen ze moedeloos een kamp bij de rivier op te slaan. Maar aan alle kanten verschenen op de toppen van de bergen nog meer Samnieten, die de Romeinen uitlachten en uitscholden. De Romeinen begrepen dat ze door een list van de Samnieten misleid waren en dat overleg nu meer waard was dan wapens. ’s Nachts beraadslaagden de leiders onder elkaar. Weinigen meenden dat ze langs de afgesloten weg, door de bossen, door de bergen konden ontsnappen. Maar de meesten gaven de hoop op redding op en wanhoopten uit vrees voor de dood: ‘Waarlangs zullen we kunnen ontsnappen? Gewapend of ongewapend, dapper of laf, allen zijn we gevangen en overwonnen. Wij kunnen de Samnieten niet vertrouwen. De onbetrouwbare vijand zal nooit een open gevecht aangaan: zittend zal hij de oorlog afmaken. Wij hebben slechts een zeer kleine hoeveelheid graan. Wij zijn niet opgewassen tegen zulke grote gevaren. Wij zullen een zekere dood tegemoet lopen!’

De Romeinen worden gestraft
Uiteindelijk zonden de Romeinen uit pure noodzaak gezanten naar de Samnieten: ze vroegen voor de Romeinen een eerlijke vrede of een eervol gevecht. Gaius Pontius, de leider van de Samnieten, antwoordde hun: ‘Zelfs overwonnen en gevangen genomen zijn jullie niet bereid toe te geven dat jullie overwonnen en gevangen genomen zijn. Voor die trotse houding zal ik jullie allemaal, ongewapend en met slechts één kledingstuk, onder het juk zenden.’ Nadat de gezanten naar het kamp waren teruggekeerd, heerste er een lange tijd stilte, daarna begonnen ze allemaal te jammeren. Ten slotte zei Lentulus, de leider van de gezanten: ‘De overgave is vernederend voor ons, maar dat is vaderlandsliefde. Wij zullen die schande, hoe groot ze ook is, ondergaan voor het vaderland. Wij zullen het Noodlot gehoorzamen!’ De wapens werden overhandigd, de kleren neergelegd. Eerst werden de consuls halfnaakt onder het juk gezonden, daarna één voor één de soldaten. Iedereen werd aan de vernedering onderworpen. De vijanden stonden er gewapend rond, terwijl ze de Romeinen met allerlei beledigingen bespotten.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.243

Nieuw afgelopen maand: 15

Gewijzigd afgelopen maand: 26