Pallas > Druk 3: boek 1
Hoofdstuk 14, extra tekst: Helena en het houten Paard (versie 1)
Het is nacht en iedereen in Troje slaapt. Behalve 1 vrouw. Want Helena slaapt niet. Een god roept haar en zegt: 'oh Helena, ga naar het zeer grote paard. Want het paard verbergt de zeer sterke Grieken. En jij, helpt hen en opent het paard.' Daarna gaat Helena alleen door de stad. Spoedig vindt ze het zeer grote paard. Zij was moedig en slaat met haar vuist op het paard. De mannen zijn bang (hebben angst) en zeggen niets. En Helena zegt:'Heb geen angst, ik ben Helena zelf en ik help jullie: ik wil het paard openen. Toen opende zij de buik van het paard. En de Grieken gingen uit hem: en onmiddellijk openen ze de deuren van Troje. De andere Grieken staan al voor de deuren en komen in Troje: zij steken de huizen in brand en zij doden of nemen de mannen, vrouwen en kinderen gevangen. Zo vernietigen de Grieken Troje, de stad van Priamus.