Hoofdstuk 22, tekst A: De ruzie tussen Athena en Poseidon

1. De ruzie ontstond zo: de uit de aarde geboren Kekrops, terwijl hij een lichaam van een man en een slang had, was als eerste koning van Attika. In die tijd, zoals wordt gezegd/verteld, scheen het de goden (goed) toe om zich steden toe te eigenen, waarin zij ieder hun eigen eer(bewijzen) zouden krijgen.

5. Nadat nu Poseidon als eerste naar Attika was gekomen, zei hij: ˜Ik zal met mijn drietand in het midden op de Akropolis slaan en ik zal zeewater laten zien - er is ook nu nog een vorm/afdruk van de drietand in de rots. Na hem kwam Athena en, nadat zij koning Kekrops (voor zich) tot getuige had gemaakt, zei ze:˜Maar ík zal een olijfboom op de Akropolis planten.

10. - ook nu nog blijkt er een olijfboom te zijn in het Pandroseion.