Liefde, lust en leven
Hoofdstuk 8: Horatius, Tekst 14: Geniet van het leven
r.1 Zie jij hoe de soracte daar stevig staat blinkend wit door diepe sneeuw, en hoe de zwoegende bossen de last niet meer verdragen, en hoe de revieren stil zijn blijven staan door de scherpe kou? r.5 Verdrijf de kou door rijkelijk houtblokken op de haard te leggen en haal royaler vier jaar oude onvermengde wijn tevoorschijn, O Thaliarchus, uit een Sabijnse kruik. Laat de rest over aan de goden, en zodra r.10 zij de winden neergeslagen hebben die strijd voeren op de kolkende zee, worden noch de cipressen, noch de oude essen heen en weer geschud.Wil niet vragen, wat er morgen zal zijn en welke van de dagen het lot maar zal geven, r.15 beschouw het als winst, en niet moet jij zolang
je jong bent de zoete liefd versmaden en de reidansen, zolang als de moeizame grijsheid afwezig is voor jou, terwijl je jong bent. Nu moeten zowel het Marsveld als de pleinen en het zachte gefluister bij het vallen van de nacht r.20 op het afgeproken uur worden opgezocht,
en nu ook vanuit een verborgen hoekje het aangename haar verradende gelach van een meisje dat zich verbergt en een onderpand ontnomen aan haar armen of haar slecht tegenstribbelende vinger.