Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com
Latijn en Grieks.com

Fortuna > Boek 3

Hoofdstuk 13, tekst 7: Ontmoeting in de onderwereld (Aeneïs vi, 450-476)

450 En tussen hen zwierf de Phoenicische Dido met haar nog verse wond rond in het grote bos; en de Trojaanse held, zodra hij naast haar stond en haar onduidelijk herkende in de duisternis, zoals iemand die bij het begin van de maand de maan (of) ziet opkomen of meent gezien te hebben opkomen door de wolken heen,
455 vergoot tranen en sprak tot haar in tedere liefde: ‘Ongelukkige Dido, was het bericht dus waar dat tot mij was gekomen dat jij gestorven was en met het zwaard de dood had gezocht? Ach, was ik de oorzaak van je dood? Ik zweer bij de sterren, bij de goden en als er een of andere trouw is onder in het binnenste van de aarde, 460 ik ben zonder dat ik het wilde, koningin, van jouw kust weggegaan. Maar de bevelen van de goden, die mij nu dwingen door deze duisternis te gaan, door plaatsen ruig door verwaarlozing en door de duistere nacht, hebben mij met hun bevelen voortgedreven; en niet heb ik kunnen geloven dat ik door mijn vertrek dit zo grote verdriet jou bracht. 465 Blijf staan en onttrek je niet aan onze blik. Wie ontvlucht je? Door een beschikking van het lot is dit het laatste, dat ik tot jou spreek.’
Met dergelijke woorden probeerde Aeneas het brandende en grimmig/star kijkende gemoed te kalmeren en wekte tranen op. Zij hield, afgewend, haar ogen strak gericht op de grond 470 en niet méér wordt zij door het begonnen gesprek in haar gelaat bewogen dan als er een harde steen of een Marpesische rots zou staan. Eindelijk rende ze weg en vluchtte vijandig terug naar het schaduwrijke woud, waar haar voormalige echtgenoot Sychaeus gehoor geeft aan haar verdriet en haar liefde beantwoordt. 475 En niet minder kijkt Aeneas, geschokt door het onbillijke lot, haar lang met tranen na en heeft medelijden met haar, terwijl ze gaat.

Statistieken

Vertalingen op de site: 7.253

Nieuw afgelopen maand: 4

Gewijzigd afgelopen maand: 21