Hoofdstuk 11, tekst 5I: Hispala beschrijft de ontwikkeling van de cultus (39.13, 8-10)

1 Dan zet Hispala de oorsprong van de cultus uiteen. Dat dit heiligdom eerst van vrouwen is geweest en dat men gewoon was geen enkele man daar toe te laten; dat zij drie vastgestelde dagen in het jaar hadden, waarop zij overdag in de riten van de Bacchusverering ingewijd werden; dat getrouwde vrouwen gewoon waren beurtelings gekozen te worden tot priesteressen. Dat de priesteres Paculla Annia uit Campanië alles heeft veranderd, als het ware door een waarschuwing van de goden: want dat zij als eerste ook mannen, namelijk haar zonen, Minius en 5 Herennius Cerrinius heeft ingewijd; en verder dat ze van het dagritueel een nachtelijk ritueel heeft gemaakt en dat zij in plaats van drie dagen in het jaar telkens vijf dagen per maand tot cultusdagen heeft gemaakt. Dat sinds de rituelen gemengd zijn en mannen gemengd met vrouwen zijn en (sinds) de uitgelatenheid van de nacht erbij is gekomen, daar niets van misdaad, niets van schanddaad onbenut is gelaten. Dat er meer ontucht was van mannen onderling dan met vrouwen.