kronos (versie 4)
In de tijd van Kronos is het leven aangenaam. Want de zon schijnt altijd, de wind waait altijd en overal stromen rivieren. Prometheus kijkt eens rond over het land: hij ziet de rotsen, bomen, de rivier en vlakte. Hij merkte overal dieren op: herten, adders, bijen en vogels.
Prometheus is niet tevreden. Want een appelboom draagt een appel, maar niemand eet de appel. Op de vlakte rennen paarden, maar niemand brengt de paarden naar huis.
Prometheus zegt:" Het is nodig om een opzichter te hebben; want nu beheert namelijk niemand het land. meteen pakt Prometheus de klei.